Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does zacht mean in Dutch?

English Translation
More meanings for zacht
soft adjective
week, slap, zoet, mals, wekelijk
gentle adjective
teder, zoet, liefelijk, adellijk
gently adverb
voorzichtig, vriendelijk, geleidelijk, teder
softly adverb
zachtjes
mild adjective
mild, licht, gematigd, zwak, zachtaardig
tender adjective
mals, teder, gevoelig, teer, pijnlijk
low adjective
laag, bijna leeg, diep, eenvoudig, nederig
mellow adjective
murw, rijp, mollig, mals, vol
bland adjective
vriendelijk, poeslief
suave adjective
minzaam, vriendelijk
subdued adjective
ingetogen, ingehouden, stil, berustend, zich zelf meester
lenient adjective
mild, toegevend, schappelijk, lankmoedig, goedertieren
furry adjective
bonten, met bont gevoerd
suavely adverb
minzaam, vriendelijk
clement adjective
goedertieren, genadig
pulpy adjective
vlezig, pappig, moesachtig, slap
melting adjective
smeltend, week, sentimenteel
dulcet adjective
zoet, fijn
flowing adjective
vlot, week
charitable adjective
liefdadig, charitatief, barmhartig, welwillend, menslievend
pulpous adjective
viezig, moesachtig, pappig
dovelike adjective
als een duif, innig, liefderijk
pappy adjective
papachtig, futloos
milky adjective
melkachtig, troebel, zoetsappig, teder, verwijfd
samel adjective
zacht
catlike adjective
zacht
milk-and-water adjective
zouteloos, week
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
Similar Words
passief noun, adjective, adverb
passive, passively, liabilities, inert, floppy
Nearby Translations
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Other Languages More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024