Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does toevallig mean in Dutch?

English Translation
More meanings for toevallig
casual adjective
terloops, slordig, vluchtig, casueel
chance adjective
lukraak, incidenteel
accidentally adverb
bijkomstig, bijkomend
accidental adjective
onopzettelijk, incidenteel, bijkomstig, casueel
by chance adverb
bij geval
by accident adverb
bijkomstig, bijkomend
random adjective
lukraak, incidenteel, op goed geluk, lukraak afgeschoten
coincidental adjective
toevallig
fortuitous adjective
toevalligerwijs
incidentally adverb
bijkomstig
casually adverb
toevallig
occasional adjective
af en toe plaatsvindend, gelegenheids-
incidental adjective
bijkomstig, terloops, minder belangrijk, ver, bij-
contingent adjective
eventueel, mogelijk, gebeurlijk
fortuitously adverb
toevalligerwijs
adventitious adjective
toevallig
perchance adverb
misschien, wellicht
luckily adverb
gelukkig
aleatory adjective
onzeker, van het toeval afhangend
hazardous adjective
gevaarlijk, riskant, gewaagd, hachelijk, bedenkelijk
strayed adjective
afgedwaald, verdwaald
episodic adjective
toevallig
stray adjective
verdwaald, afgedwaald
obiter adverb
terloops, tussen haakjes, onderweg
promiscuous adjective
gemengd, veel relaties hebbend, zonder onderscheid
sporadic adjective
sporadisch, dungezaaid
happy-go-lucky adverb
toevallig
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
elkaar toevallig ontmoeten verb
meet each other by chance, rencounter
toevallig aantreffen verb
casual encounter, come across, happen upon, light upon
toevallig ontmoeten verb
meet casual, happen on, pick up
heb je toevallig
you happen to be
toevallig horen verb
casual hearing, overhear
Nearby Translations
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Other Languages More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024