Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does richting mean in Dutch?

English Translation
More meanings for richting
direction noun
leiding, koers, directie, aanwijzing, richtlijn
way noun
manier, weg, wijze, middel, kant
directional adjective
richting
course noun
cursus, loop, koers, verloop, gang
line noun
lijn, regel, streep, reeks, linie
trend noun
neiging, stroming
alignment noun
opstelling, het richten, rooilijn, richtlijn
set noun
reeks, stel, toestel, serie, groep
persuasion noun
overtuiging, overreding, overredingskracht, geloof, soort
bent noun
neiging, aanleg
tack noun
kleverigheid, koers, hals, kopspijkertje, rijgsteek
tenor noun
tenor, strekking, inhoud, geest, tenorstem
lie noun
leugen, ligging, ligplaats, leger
aligning noun
het richten, opstelling, richtlijn, rooilijn
determination noun
bepaling, vaststelling, vastberadenheid, beslissing, besluit
run noun
loop, serie, reeks, rit, periode
lay noun
leg, het leggen, plan, ligging, lied
ply noun
laag, vouw, streng, plooi, draad
current noun
stroom, stroming, loop, stekking
range noun
reeks, gebied, actieradius, omvang, keten
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
in tegengestelde richting adverb
in the opposite direction, counter
van richting veranderen verb
to change direction, shift
in de richting van preposition
in the direction of, towards
in dezelfde richting leiden verb
in the same direction, polarize
afwijking van de richting noun
deviation from the direction, yaw
afwijken van de richting verb
deviate from the direction, yaw
in zuidelijke richting adverb
in a southerly direction, south
schuine richting noun
slanted direction, slant
richting zuiden adverb
direction south, southwards, southwardly, southward
Similar Words
Nearby Translations
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Apps More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024