Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does echt mean in Dutch?

English Translation
More meanings for echt
really adverb
werkelijk, in werkelijkheid, inderdaad, waarlijk, wezenlijk
real adjective
reëel, werkelijk, daadwerkelijk, waar, wezenlijk
truly adverb
werkelijk, waarlijk, terecht
genuine adjective
authentiek, onvervalst
genuinely adverb
werkelijk, inderdaad, wezenlijk
very adjective
zeer, heel, bijzonder
authentic adjective
authentiek, waar, geloofwardig
veritable adjective
werkelijk, waarachtig
live adjective
levend, in leven, levendig, onder stroom, in beweging
marriage noun
huwelijk, echtverbintenis
legitimate adjective
rechtmatig, gerechtvaardigd, wettig
authentically adverb
geloofwardig
matrimony noun
huwelijk, mariage, huwelijke staat, echtverbintenis
thorough adjective
grondig, volledig, degelijk, volkomen, doortastend
in wedlock adjective
echt
right-down adjective
echt
simon-pure adjective
waar, origineel, schijnheilig
out-and-out adjective
volledig, voortreffelijk, doortrapt, door dik en dun
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
niet echt adjective
not really, sham
echt niet
not really
echt leer noun
genuine leather
in de echt verbinden verb
connect in the real, marry, mate, wed
echt toneel noun
really scenic, legit
echt maken
make it real
echt ding
real thing
echt werk
real work
See Also in English
for conjunction, preposition
voor, naar, om, gedurende, tot
real noun, adjective
echt, reëel, werkelijk, daadwerkelijk, waar
Similar Words
zeker adjective, adverb
certainly, sure, certain, surely, confident
Nearby Translations
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Apps More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024