Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does bekleden mean in Dutch?

English Translation

to clothe

More meanings for bekleden
coat verb
bedekken, bestrijken, verven, vernissen, doorroken
occupy verb
bezetten, innemen, in beslag nemen, bezighouden, beslaan
clothe verb
kleden, aankleden, omkleden, inkleden
line verb
voeren, opstellen, strepen, vullen, aftekenen
fill verb
vullen, invullen, vervullen, aanvullen, bezetten
serve verb
dienen, serveren, bedienen, fungeren, helpen
vest verb
kleden
invest verb
investeren, beleggen, installeren, insluiten, kleden
drape verb
draperen, overtrekken, hullen
pad verb
opvullen, betreden, volstoppen, capitonneren, te voet gaan
lay verb
leggen, opleggen, neerleggen, aanleggen, zetten
robe verb
kleden, aankleden
enrobe verb
kleden, tooien
wainscot verb
betimmeren, lambrizeren, beschieten, beschieten met wagenschot
dado verb
bekleden
revet verb
beschoeien
metal verb
verharden, met metaal bedekken, vergrinten
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
met leer bekleden verb
with leather, leather
met zink bekleden verb
zinc coated, zinc
See Also in English
to particle, preposition
naar, om, aan, te, tot
clothe verb
kleden, bekleden, aankleden, omkleden, inkleden
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Apps More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024