Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does afzetten mean in Dutch?

English Translation
More meanings for afzetten
deposit verb
storten, deponeren, neerleggen, nederleggen, afgeven
remove verb
verwijderen, weghalen, elimineren, ontslaan, verplaatsen
take off verb
uittrekken, opstijgen, afnemen, wegnemen, afdoen
depose verb
getuigen, onttronen, onder ede vervlakken
cut verb
snijden, afsnijden, maaien, doorsnijden, hakken
amputate verb
amputeren, wegsnijden
put off verb
afschrikken, afleggen, afschepen, uittrekken, afschrijven
land verb
landen, aanlanden, neerkomen, terechtkomen, aan land gaan
shortchange verb
bedriegen
sharp verb
scherp maken, zwendelen, bedriegen, oneerlijk doen, stelen
swindle verb
zwendelen, oplichten, frauderen, knoeien
deprive verb
ontnemen, beroven, ontzetten
trim verb
trimmen, bijknippen, versieren, garneren, beslaan
screw verb
schroeven, vastschroeven, vastdraaien, verdraaien, neuken
shark verb
opslokken, kapen, gappen, bedriegen
diddle verb
waggelen, wankelen, bedotten
displace verb
verdringen, verplaatsen, verschuiven
rush verb
rennen, snellen, matten, bestormen, vliegen
palm off verb
afzetten
skin verb
villen, pellen, stropen, met vel bedekken, met een vlies bedekken
ground verb
gronden, grondvesten, grondverven, naar de aarde afleiden, met de grond verbinden
garnish verb
garneren, versieren, voorzien, opmaken, beslaan
line verb
voeren, opstellen, strepen, vullen, aftekenen
palisade verb
ompalen, palissaderen, met pallen omgeven
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
See Also in English
drop noun, verb
laten vallen, drop, daling, druppel, vallen
off adjective, verb, preposition, adverb
uit, af, van, weg, naast
Similar Words
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Apps More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024