Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does band mean in Dutch?

English Translation
More meanings for band
band noun
bende, troep, lint, muziekkorps, schare
tire noun
luchtband, wielband, fietsband, hoepel, hoofdtooi
tape noun
lint, geluidsband, strook papier, telegrafische koersberichten, sterke drank
strap noun
riem, beugel, lint, zeel
tie noun
stropdas, das, knoop, verbinding, boogje
bond noun
obligatie, verbond, contract, schuldbrief, verplichting
ribbon noun
lint, lintje, strook, sent
binding noun
verband, strook, windsel, reep, boordsel
attachment noun
gehechtheid, beslag, aanhangsel, aanhechting, verbinding
hoop noun
hoepel, ring, beugel, hoepelrok
brace noun
accolade, paar, koppel, klamp, riem
nexus noun
verbinding, schankel
orchestra noun
orkest, muziekkorps
hatband noun
band
ligature noun
verband, verbinding, verbindingsteken
brim noun
rand, boord, kant, zoom
tier noun
rij, rang, schort
cement noun
cement, bindmiddel
solder noun
soldeer, soldeersel, cement
cementation noun
band
tyre noun
luchtband, wielband, fietsband, hoepel, hoofdtooi
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Apps More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024