Appearance
Use device theme  
Dark theme
Light theme

What does flink mean in Dutch?

English Translation

big

More meanings for flink
brave adjective
moedig, dapper, braaf, kranig, eerlijk
solid adjective
solide, vast, stevig, gedegen, degelijk
goodly adjective
mooi, knap, aanmerkelijk
stiff adjective
stijf, stevig, stroef, stram, verstijfd
energetic adjective
energiek, actief, krachtig, ferm
smart adjective
slim, knap, elegant, chic, bijdehand
tidy adjective
proper, ordelijk, net, zindelijk, tamelijk goed
lusty adjective
wellustig, krachtig, stevig, gezond, vitaal
game adjective
dapper, lam, moedig, kranig, kreupel
hale adjective
flink
tight adjective
strak, dicht, stevig, nauw, gespannen
stout adjective
dik, dapper, gezet, corpulent, zwaarlijvig
dashing adjective
zwierig, kranig, krachtig, haastig, onstuimig
strapping adjective
stevig
round adjective
rond, stevig
notable adjective
opvallend, aanzienlijk, merkwaardig, belangrijk, merkbaar
thoroughgoing adjective
grondig, diepgaand
bouncing adjective
flink
gallant adjective
dapper, galant, kranig, braaf, statig
energetical adjective
energiek, actief, krachtig, ferm
doughty adjective
dapper, koen
dashy adjective
zwierig, kranig, krachtig, haastig, onstuimig
stiffly adverb
stijf, stram, stevig, afgemeten, moeilijk
jauntily adverb
vrolijk, levendig, ongegeneerd
dapper adjective
parmant
managing adjective
beherend, handig, overleggend
marrowy adjective
mergachtig, vol merg, pittig
hard-and-fast adjective
vast, standvastig, vastberaden
Find more words!
Use * for blank tiles (max 2) Advanced Search Advanced Search
Use * for blank spaces Advanced Search
Advanced Word Finder
See Also in Dutch
flink pak slaag noun
a lot of beating, pasting
Similar Words
Nearby Translations
Translate from Dutch
go
Word Tools Finders & Helpers Apps More Synonyms
Copyright WordHippo © 2024